Protestantse Kerk in Nederland
www.hervormdaarlanderveen.nl
 
 
Geschiedenis Hervormde kerk Geschiedenis Hervormde kerk



Afbeeldingsresultaat voor geschiedenis hervormde kerk aarlanderveen

De Hervormde kerk van Aarlanderveen.
Hoe het eerste kerkgebouw in Aarlanderveen er heeft uitgezien is niet bekend.Misschien is het een eenvoudig rechthoekig houten gebouwtje geweest met een versmald koor. Mogelijk is het in de loop van de dertiende of veertiende eeuw vergroot en uit steen opgetrokken. Van het kerkgebouw werden omstreeks 1655 door Jan Abrahamsz Beerstraten twee schilderijen gemaakt. Nadat in de zestiende eeuw het schip van de kerk was afgebroken, stortte het vervallen koorgedeelte in december 1660 na een zware storm in. In de jaren 1662/1663 verrees een nieuw kerkgebouw. Na verbouwingen en reparaties gedurende meer dan twee eeuwen, werd het kerkgebouw in 1904 afgebroken. Op dezelfde plaats verrees in 1905 de huidige kerk.
Toen in het laatste kwart van de negentiende eeuw de bouwkundige toestand van het oude kerkgebouw achteruitging, was de kerkvoogdij in eerste instantie van mening het gebouw te herstellen. Pas in maart 1904 werd de mogelijkheid van nieuwbouw besproken. Na een langdurige gedachtenwisseling en nadat een onderzoek naar de bouwkundige staat was ingesteld, werd in de vergadering van 10 september 1904 besloten om tot nieuwbouw over te gaan. De architect Anton van der Lee uit Delft had inmiddels een tekening gemaakt voor een nieuwe kerk. Hij werkte samen met de Nieuwkoopse architect M. Quartel. De bouwkosten werden begroot op 16.500 gulden.
Het enthousiasme van de kerkvoogdij werd intussen tegengewerkt door de overheid. Het gemeentebestuur had in augustus 1904 de Minister van Binnenlandse Zaken van de afbraakplannen op de hoogte gesteld. Op 27 september 1904 ontving het gemeentebestuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken twee foto's van het oude kerkgebouw en een rapport van de architect Scheepens. De architect had inmiddels ook de opdracht gekregen om een nauwkeurige opmeting van het gebouw te maken en de gemeente te adviseren over restauratie. De minister schreef: "Ik vertrouw, dat, hangende den uitslag van dit in te stellen onderzoek, door U het noodige zal worden gedaan om de voorgenomen slooping tegen te houden". Al vier dagen later kreeg hij antwoord. Het gemeentebestuur schreef dat de toestand van het gebouw zo slecht was dat herstel niet mogelijk was. Het gemeentebestuur had de brief van Binnenlandse Zaken wel doorgestuurd aan de kerkvoogdij. Die week niet van de plannen af en leek geen interesse in de historische waarde van het gebouw te hebben. Een rapport over de historische waarde werd door de kerkvoogden afgedaan als "oppervlakkig".
Dat luidde het definitieve einde van het oude gebouw in. In oktober 1904 werd vergunning verleend om een houten noodkerk te bouwen en in november 1904 werd de sloop van het gebouw opgedragen aan G. Bodegraven te Nieuwkoop.
Voordat de sloop begon, werden uit de oude kerk de preekstoel met doophek, het schot achter de preekstoel met de deuren daarin, het orgel, de kronen en de naamborden van de predikanten verwijderd. De vloerzerken, voorzover de "directie" (de opdrachtgever) die geschikt achtte, de stoep voor de kerk, de ijzeren spits met kruis en haan van de torenkoepel en 150.000 hele stenen die moesten worden gesorteerd en schoongebikt, bleven na sloop van de kerk voor het kerkbestuur beschikbaar. Het torenuurwerk en de klok, eigendom van de burgerlijke gemeente, zouden vooraf door de gemeente worden weggenomen en opgeborgen.
De grond van het kerkhof werd afgegraven en de nog aanwezige grafzerken werden verwijderd. Kranten berichtten dat bij de afbraak van de oude kerk of het graafwerk voor de fundering van de nieuwe, de resten werden gevonden van een veel ouder kerkgebouw, vermoedelijk uit de dertiende eeuw. Hieraan werd verder geen aandacht besteed.
Op 1 april 1905 vond de eerste steenlegging van de kerk plaats. Het nieuwe gebouw had volgens de bestektekening (buitenwerks) een lengte van 23.29 meter en een breedte van 14.50 meter. Het gedrukte bestek voor de bouw vermeldt, dat voor de fundering 154 heipalen gebruikt werden die met een heimachine met stoomkracht werden ingeheid. Voor de binnenmuren werden de 150.000 oude rijnstenen gebruikt, afkomstig van de sloop van de oude kerk. De bouw werd in januari 1905 voor 15.800 gulden aangenomen door de Aarlanderveense timmerman Pieter van der Lijn. Zijn zoon Jacob van der Lijn en de Alphense metselaar K. Tolk stelden zich borg. In de praktijk zal Jacob van der Lijn het werk hebben uitgevoerd. Zijn vader was, als eigenaar van het bedrijf, formeel de aannemer.
De opgemaakte begroting geeft een mooi beeld van de afzonderlijke kosten. Zo blijkt dat het heien van de 150 palen 1.200 gulden kostte, het metselwerk ruim 5.000 gulden, de leien dakbedekking 800 gulden, de toren 1.200 gulden, het gekleurde glas 500 gulden. De totale bouwkosten werden uiteindelijk begroot op 15.366,78 gulden.
De kerk werd gefinancierd met het aangaan van een lening van 11.000 gulden bij de diakonie. Bovendien had een rondgang door de gemeente, voordat de bouw begon, bijna 5.000 gulden opgebracht, welk bedrag later steeg tot 6.000 gulden.
Tijdens de bouw steeg de begroting. Het oorspronkelijke plan werd aangepast. De kerk werd wat vergroot en de toestand van de oude banken viel tegen zodat herstel en vernieuwing duurder werd. De kosten daarvan bedroegen 1.400 gulden. Bovendien werd bedacht dat het wenselijk was om rond het gebouw een hek te plaatsen waarvoor nog eens 600 gulden nodig zou zijn. Er werd besloten dan maar 2.000 gulden meer te lenen.
Met name de meisjesvereniging was actief voor de inrichting van het nieuwe kerkgebouw. Er werd een verloting georganiseerd. De opbrengst van 513 gulden moest worden gebruikt voor een kerkorgel (300 gulden) en voor verbetering van de verlichting in de kerk (213 gulden). De 30 gulden die door de jongelingsvereniging bijeen was gebracht werd gebruikt voor de aanschaf van gordijnen, een hanglamp en een kachel in de consistoriekamer.
De toren op de nieuwe kerk was geen eigendom meer van de burgerlijke gemeente. Die had in 1904 van het eigendomsrecht op de oude toren afstand gedaan. De nieuwe toren was eigendom van de kerk. Het herplaatste uurwerk bleef echter eigendom van de gemeente.
Een aantal interieurstukken uit de oude kerk werd herplaatst. Het betreft de in 1664 vervaardigde preekstoel met achterwand en doophek en een aantal banken of gedeelten daarvan. De oude avondmaalstafel, waarschijnlijk uit 1664, werd eveneens herplaatst. Ook het doopvont, waarschijnlijk uit het midden van de vijftiende eeuw, vond in de kerk een nieuwe plaats. De oorspronkelijke functie ging echter verloren. Het werd als voet voor de preekstoel gebruikt. De kaarsenkronen werden aangepast en voorzien van petroleumlampen. Het houten rozet uit de middeleeuwse kerk kreeg een functie als versiering in de consistoriekamer. Daar werd ook de sleutel van de hoofdingang van het oude kerkgebouw opgehangen.
De klok in de oude kerk, met het opschrift "Aarlanderveen 1820", kreeg een plaats in de nieuwe toren. Het kerkgebouw werd op 17 december 1905 in gebruik genomen.
Gedurende de eeuw die na de bouw volgde, werd het interieur van het nieuwe gebouw niet grondig gewijzigd. Kort na de bouw volgde een enkele aanpassing. De banken ter weerszijden van de preekstoel werden voorzien van luifels. Daarna vonden aanpassingen plaats die te maken hadden met veranderende eisen die men aan een kerkgebouw stelde. Zo werd in december 1927 besloten de kerk te voorzien van verwarming. Een voor dit doel gehouden collecte bracht 200 gulden op.
Liturgische veranderingen leidden er ook toe, dat in 1964 stemmen opgingen om het doophek en de banken daarbinnen te verwijderen. Andere stemmen verzetten zich hier fel tegen, de één uit kunstzinning, de ander uit traditioneel oogpunt. Na aandrang van Monumentenzorg besloot de kerkvoogdij de inrichting ongewijzigd te laten. Een belangrijke verandering in het interieur kwam tot stand toen de grijze muren wit werden geverfd. De buitenzijde van het kerkgebouw veranderde de afgelopen eeuw echter nauwelijks.

terug
 
 
 
 

ochtenddienst
datum en tijdstip 21-04-2024 om 10:00 uur
meer details

avonddienst
datum en tijdstip 21-04-2024 om 19:00 uur
meer details

ochtenddienst
datum en tijdstip 28-04-2024 om 10:00 uur
Zangdienst
meer details

avonddienst
datum en tijdstip 28-04-2024 om 19:00 uur
meer details

 
Livestream
meer
 
 
Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.